Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
ijdelheid [v]
- brag
- boast
- talk big
- show off
- bluster
FRANS
ITALIAANS
ijdelheid [v]
- vantarsi
- boriarsi
- millantarsi
SPAANS
ijdelheid [v]
- jactarse
- fanfarronear
- presumir
ZWEEDS
PORTUGEES
ijdelheid [v]
- gabar-se
- contar vantagem
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- opsnijdend
- opgesneden
Presens
- snijd op
- snijdt op
- snijdt op
- snijden op
- snijden op
- snijden op
Imperfect
- sneed op
- sneed op
- sneed op
- sneden op
- sneden op
- sneden op
Toekomende tijd I
- zal opsnijden
- zult opsnijden
- zal opsnijden
- zullen opsnijden
- zullen opsnijden
- zullen opsnijden
Conditionalis I
- zou opsnijden
- zou opsnijden
- zou opsnijden
- zouden opsnijden
- zouden opsnijden
- zouden opsnijden
Perfectum
- heb opgesneden
- hebt opgesneden
- heeft opgesneden
- hebben opgesneden
- hebben opgesneden
- hebben opgesneden
Voltooid verleden tijd
- had opgesneden
- had opgesneden
- had opgesneden
- hadden opgesneden
- hadden opgesneden
- hadden opgesneden
Toekomende tijd II
- zal opgesneden hebben
- zult opgesneden hebben
- zal opgesneden hebben
- zullen opgesneden hebben
- zullen opgesneden hebben
- zullen opgesneden hebben
Conditionalis II
- zou hebben opgesneden
- zou hebben opgesneden
- zou hebben opgesneden
- zouden hebben opgesneden
- zouden hebben opgesneden
- zouden hebben opgesneden
Imperatief
- -
- snijd op
- -
- -
- snijdt op
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries