Tegenwoordig en verleden deelwoord - ondernemend - ondernomen Presens - onderneem - onderneemt - onderneemt - ondernemen - ondernemen - ondernemen Imperfect - ondernam - ondernam - ondernam - ondernamen - ondernamen - ondernamen Toekomende tijd I - zal ondernemen - zult ondernemen - zal ondernemen - zullen ondernemen - zullen ondernemen - zullen ondernemen Conditionalis I - zou ondernemen - zou ondernemen - zou ondernemen - zouden ondernemen - zouden ondernemen - zouden ondernemen Perfectum - heb ondernomen - hebt ondernomen - heeft ondernomen - hebben ondernomen - hebben ondernomen - hebben ondernomen Voltooid verleden tijd - had ondernomen - had ondernomen - had ondernomen - hadden ondernomen - hadden ondernomen - hadden ondernomen Toekomende tijd II - zal ondernomen hebben - zult ondernomen hebben - zal ondernomen hebben - zullen ondernomen hebben - zullen ondernomen hebben - zullen ondernomen hebben Conditionalis II - zou hebben ondernomen - zou hebben ondernomen - zou hebben ondernomen - zouden hebben ondernomen - zouden hebben ondernomen - zouden hebben ondernomen Imperatief - - - onderneem - - - - - onderneemt - -