Tegenwoordig en verleden deelwoord - onderkennend - onderkend Presens - onderken - onderkent - onderkent - onderkennen - onderkennen - onderkennen Imperfect - onderkende - onderkende - onderkende - onderkenden - onderkenden - onderkenden Toekomende tijd I - zal onderkennen - zult onderkennen - zal onderkennen - zullen onderkennen - zullen onderkennen - zullen onderkennen Conditionalis I - zou onderkennen - zou onderkennen - zou onderkennen - zouden onderkennen - zouden onderkennen - zouden onderkennen Perfectum - heb onderkend - hebt onderkend - heeft onderkend - hebben onderkend - hebben onderkend - hebben onderkend Voltooid verleden tijd - had onderkend - had onderkend - had onderkend - hadden onderkend - hadden onderkend - hadden onderkend Toekomende tijd II - zal onderkend hebben - zult onderkend hebben - zal onderkend hebben - zullen onderkend hebben - zullen onderkend hebben - zullen onderkend hebben Conditionalis II - zou hebben onderkend - zou hebben onderkend - zou hebben onderkend - zouden hebben onderkend - zouden hebben onderkend - zouden hebben onderkend Imperatief - - - onderken - - - - - onderkent - -