Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
persoon [v]
- umarmen
ENGELS
persoon [v]
- embrace
- hug
- clasp
FRANS
persoon [v]
- étreindre
- serrer
- embrasser
ITALIAANS
persoon [v]
- abbracciare
- stringere
SPAANS
persoon [v]
- abrazar
ZWEEDS
persoon [v]
- omfamna
- krama
PORTUGEES
persoon [v]
- abraçar
THESAURUS
omarmen [v]
omsluiten [v]
- omstrengelen
- omvatten
aannemen [v]
beoefenen [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- omhelzend
- omhelsd
Presens
- omhels
- omhelst
- omhelst
- omhelzen
- omhelzen
- omhelzen
Imperfect
- omhelsde
- omhelsde
- omhelsde
- omhelsden
- omhelsden
- omhelsden
Toekomende tijd I
- zal omhelzen
- zult omhelzen
- zal omhelzen
- zullen omhelzen
- zullen omhelzen
- zullen omhelzen
Conditionalis I
- zou omhelzen
- zou omhelzen
- zou omhelzen
- zouden omhelzen
- zouden omhelzen
- zouden omhelzen
Perfectum
- heb omhelsd
- hebt omhelsd
- heeft omhelsd
- hebben omhelsd
- hebben omhelsd
- hebben omhelsd
Voltooid verleden tijd
- had omhelsd
- had omhelsd
- had omhelsd
- hadden omhelsd
- hadden omhelsd
- hadden omhelsd
Toekomende tijd II
- zal omhelsd hebben
- zult omhelsd hebben
- zal omhelsd hebben
- zullen omhelsd hebben
- zullen omhelsd hebben
- zullen omhelsd hebben
Conditionalis II
- zou hebben omhelsd
- zou hebben omhelsd
- zou hebben omhelsd
- zouden hebben omhelsd
- zouden hebben omhelsd
- zouden hebben omhelsd
Imperatief
- -
- omhels
- -
- -
- omhelst
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries