Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
transitief [v]
- approach
- come near
- come near to
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
transitief [v]
- närma sig
- nalkas
PORTUGEES
transitief [v]
- aproximar-se
THESAURUS
aandienen [v]
- aankomen
- oprukken
afgaan op [v]
- afkomen op
- afstevenen
- afstomen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- naderend
- genaderd
Presens
- nader
- nadert
- nadert
- naderen
- naderen
- naderen
Imperfect
- naderde
- naderde
- naderde
- naderden
- naderden
- naderden
Toekomende tijd I
- zal naderen
- zult naderen
- zal naderen
- zullen naderen
- zullen naderen
- zullen naderen
Conditionalis I
- zou naderen
- zou naderen
- zou naderen
- zouden naderen
- zouden naderen
- zouden naderen
Perfectum
- ben genaderd
- bent genaderd
- is genaderd
- zijn genaderd
- zijn genaderd
- zijn genaderd
Voltooid verleden tijd
- was genaderd
- was genaderd
- was genaderd
- waren genaderd
- waren genaderd
- waren genaderd
Toekomende tijd II
- zal genaderd zijn
- zult genaderd zijn
- zal genaderd zijn
- zullen genaderd zijn
- zullen genaderd zijn
- zullen genaderd zijn
Conditionalis II
- zou zijn genaderd
- zou zijn genaderd
- zou zijn genaderd
- zouden zijn genaderd
- zouden zijn genaderd
- zouden zijn genaderd
Imperatief
- -
- nader
- -
- -
- nadert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries