Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
afkeuring [v]
- buhen
ENGELS
afkeuring [v]
- boo
FRANS
afkeuring [v]
- huer
ITALIAANS
afkeuring [v]
- fischiare
SPAANS
afkeuring [v]
- abuchear
ZWEEDS
afkeuring [v]
- bua
PORTUGEES
afkeuring [v]
- vaiar
THESAURUS
joelen [v]
- schelden
- schimpen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- jouwend
- gejouwd
Presens
- jouw
- jouwt
- jouwt
- jouwen
- jouwen
- jouwen
Imperfect
- jouwde
- jouwde
- jouwde
- jouwden
- jouwden
- jouwden
Toekomende tijd I
- zal jouwen
- zult jouwen
- zal jouwen
- zullen jouwen
- zullen jouwen
- zullen jouwen
Conditionalis I
- zou jouwen
- zou jouwen
- zou jouwen
- zouden jouwen
- zouden jouwen
- zouden jouwen
Perfectum
- heb gejouwd
- hebt gejouwd
- heeft gejouwd
- hebben gejouwd
- hebben gejouwd
- hebben gejouwd
Voltooid verleden tijd
- had gejouwd
- had gejouwd
- had gejouwd
- hadden gejouwd
- hadden gejouwd
- hadden gejouwd
Toekomende tijd II
- zal gejouwd hebben
- zult gejouwd hebben
- zal gejouwd hebben
- zullen gejouwd hebben
- zullen gejouwd hebben
- zullen gejouwd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gejouwd
- zou hebben gejouwd
- zou hebben gejouwd
- zouden hebben gejouwd
- zouden hebben gejouwd
- zouden hebben gejouwd
Imperatief
- -
- jouw
- -
- -
- jouwt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries