Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
fysica [v]
- isolieren
ENGELS
fysica [v]
- insulate
FRANS
fysica [v]
- isoler
ITALIAANS
fysica [v]
- isolare
SPAANS
fysica [v]
- aislar
ZWEEDS
fysica [v]
- isolera
PORTUGEES
fysica [v]
- isolar
THESAURUS
afzonderen [v]
afschermen [v]
- beschermen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- isolerend
- geïsoleerd
Presens
- isoleer
- isoleert
- isoleert
- isoleren
- isoleren
- isoleren
Imperfect
- isoleerde
- isoleerde
- isoleerde
- isoleerden
- isoleerden
- isoleerden
Toekomende tijd I
- zal isoleren
- zult isoleren
- zal isoleren
- zullen isoleren
- zullen isoleren
- zullen isoleren
Conditionalis I
- zou isoleren
- zou isoleren
- zou isoleren
- zouden isoleren
- zouden isoleren
- zouden isoleren
Perfectum
- heb geïsoleerd
- hebt geïsoleerd
- heeft geïsoleerd
- hebben geïsoleerd
- hebben geïsoleerd
- hebben geïsoleerd
Voltooid verleden tijd
- had geïsoleerd
- had geïsoleerd
- had geïsoleerd
- hadden geïsoleerd
- hadden geïsoleerd
- hadden geïsoleerd
Toekomende tijd II
- zal geïsoleerd hebben
- zult geïsoleerd hebben
- zal geïsoleerd hebben
- zullen geïsoleerd hebben
- zullen geïsoleerd hebben
- zullen geïsoleerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geïsoleerd
- zou hebben geïsoleerd
- zou hebben geïsoleerd
- zouden hebben geïsoleerd
- zouden hebben geïsoleerd
- zouden hebben geïsoleerd
Imperatief
- -
- isoleer
- -
- -
- isoleert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries