fysische activiteit [v]
- zusammenbrechen
psychiatrie [v]
- zusammenbrechen
bedrijf [v]
- zusammenbrechen
- zu Grunde° gehen

fysische activiteit [v]
- collapse
psychiatrie [v]
- crack
- break down
bedrijf [v]
- crash
- collapse

fysische activiteit [v]
- s'effondrer
psychiatrie [v]
- craquer
- s'effondrer
bedrijf [v]
- s'écrouler

fysische activiteit [v]
- crollare
psychiatrie [v]
- crollare
- cedere
bedrijf [v]
- crollare

fysische activiteit [v]
- desplomarse
psychiatrie [v]
- venirse abajo
- sucumbir
bedrijf [v]
- quebrar

fysische activiteit [v]
- kollapsa
- falla ihop
psychiatrie [v]
- bryta samman
bedrijf [v]
- gå omkull
- göra bankrutt

fysische activiteit [v]
- desfalecer
- desabar
- cair
psychiatrie [v]
- sofrer um colapso nervoso
bedrijf [v]
- quebrar

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- ineenstortend
- ineengestort
Presens
- -
- -
- stort ineen
- -
- -
- storten ineen
Imperfect
- -
- -
- stortte ineen
- -
- -
- stortten ineen
Toekomende tijd I
- -
- -
- zal ineenstorten
- -
- -
- zult ineenstorten
Conditionalis I
- -
- -
- zal ineenstorten
- -
- -
- zullen ineenstorten
Perfectum
- -
- -
- is ineengestort
- -
- -
- zijn ineengestort
Voltooid verleden tijd
- -
- -
- was ineengestort
- -
- -
- waren ineengestort
Toekomende tijd II
- -
- -
- zal ineengestort zijn
- -
- -
- zult ineengestort zijn
Conditionalis II
- -
- -
- zal zijn ineengestort
- -
- -
- zullen zijn ineengestort
Imperatief
- -
- -
- -
- -
- -
- -