Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
geneeskunde - geboorte [v]
- induzieren
ENGELS
geneeskunde - geboorte [v]
- induce
FRANS
geneeskunde - geboorte [v]
- induire
ITALIAANS
geneeskunde - geboorte [v]
- provocare
- indurre
SPAANS
geneeskunde - geboorte [v]
- inducir
ZWEEDS
geneeskunde - geboorte [v]
- inducera
- framkalla
PORTUGEES
geneeskunde - geboorte [v]
- induzir
- provocar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- inducerend
- geïnduceerd
Presens
- induceer
- induceert
- induceert
- induceren
- induceren
- induceren
Imperfect
- induceerde
- induceerde
- induceerde
- induceerden
- induceerden
- induceerden
Toekomende tijd I
- zal induceren
- zult induceren
- zal induceren
- zullen induceren
- zullen induceren
- zullen induceren
Conditionalis I
- zou induceren
- zou induceren
- zou induceren
- zouden induceren
- zouden induceren
- zouden induceren
Perfectum
- heb geïnduceerd
- hebt geïnduceerd
- heeft geïnduceerd
- hebben geïnduceerd
- hebben geïnduceerd
- hebben geïnduceerd
Voltooid verleden tijd
- had geïnduceerd
- had geïnduceerd
- had geïnduceerd
- hadden geïnduceerd
- hadden geïnduceerd
- hadden geïnduceerd
Toekomende tijd II
- zal geïnduceerd hebben
- zult geïnduceerd hebben
- zal geïnduceerd hebben
- zullen geïnduceerd hebben
- zullen geïnduceerd hebben
- zullen geïnduceerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geïnduceerd
- zou hebben geïnduceerd
- zou hebben geïnduceerd
- zouden hebben geïnduceerd
- zouden hebben geïnduceerd
- zouden hebben geïnduceerd
Imperatief
- -
- induceer
- -
- -
- induceert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries