Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
culinair [v]
- flambieren
ENGELS
culinair [v]
- flambé
FRANS
culinair [v]
- flamber
ITALIAANS
culinair [v]
- flambare
SPAANS
culinair [v]
- cocinar al flameado
ZWEEDS
culinair [v]
- flambera
PORTUGEES
culinair [v]
- flambar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- flamberend
- geflambeerd
Presens
- flambeer
- flambeert
- flambeert
- flamberen
- flamberen
- flamberen
Imperfect
- flambeerde
- flambeerde
- flambeerde
- flambeerden
- flambeerden
- flambeerden
Toekomende tijd I
- zal flamberen
- zult flamberen
- zal flamberen
- zullen flamberen
- zullen flamberen
- zullen flamberen
Conditionalis I
- zou flamberen
- zou flamberen
- zou flamberen
- zouden flamberen
- zouden flamberen
- zouden flamberen
Perfectum
- heb geflambeerd
- hebt geflambeerd
- heeft geflambeerd
- hebben geflambeerd
- hebben geflambeerd
- hebben geflambeerd
Voltooid verleden tijd
- had geflambeerd
- had geflambeerd
- had geflambeerd
- hadden geflambeerd
- hadden geflambeerd
- hadden geflambeerd
Toekomende tijd II
- zal geflambeerd hebben
- zult geflambeerd hebben
- zal geflambeerd hebben
- zullen geflambeerd hebben
- zullen geflambeerd hebben
- zullen geflambeerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geflambeerd
- zou hebben geflambeerd
- zou hebben geflambeerd
- zouden hebben geflambeerd
- zouden hebben geflambeerd
- zouden hebben geflambeerd
Imperatief
- -
- flambeer
- -
- -
- flambeert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries