Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- extrapolieren
ENGELS
algemeen [v]
- extrapolate
FRANS
algemeen [v]
- extrapoler
ITALIAANS
algemeen [v]
- estrapolare
- extrapolare
SPAANS
algemeen [v]
- extrapolar
ZWEEDS
algemeen [v]
- extrapolera
PORTUGEES
algemeen [v]
- extrapolar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- extrapolerend
- geëxtrapoleerd
Presens
- extrapoleer
- extrapoleert
- extrapoleert
- extrapoleren
- extrapoleren
- extrapoleren
Imperfect
- extrapoleerde
- extrapoleerde
- extrapoleerde
- extrapoleerden
- extrapoleerden
- extrapoleerden
Toekomende tijd I
- zal extrapoleren
- zult extrapoleren
- zal extrapoleren
- zullen extrapoleren
- zullen extrapoleren
- zullen extrapoleren
Conditionalis I
- zou extrapoleren
- zou extrapoleren
- zou extrapoleren
- zouden extrapoleren
- zouden extrapoleren
- zouden extrapoleren
Perfectum
- heb geëxtrapoleerd
- hebt geëxtrapoleerd
- heeft geëxtrapoleerd
- hebben geëxtrapoleerd
- hebben geëxtrapoleerd
- hebben geëxtrapoleerd
Voltooid verleden tijd
- had geëxtrapoleerd
- had geëxtrapoleerd
- had geëxtrapoleerd
- hadden geëxtrapoleerd
- hadden geëxtrapoleerd
- hadden geëxtrapoleerd
Toekomende tijd II
- zal geëxtrapoleerd hebben
- zult geëxtrapoleerd hebben
- zal geëxtrapoleerd hebben
- zullen geëxtrapoleerd hebben
- zullen geëxtrapoleerd hebben
- zullen geëxtrapoleerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geëxtrapoleerd
- zou hebben geëxtrapoleerd
- zou hebben geëxtrapoleerd
- zouden hebben geëxtrapoleerd
- zouden hebben geëxtrapoleerd
- zouden hebben geëxtrapoleerd
Imperatief
- -
- extrapoleer
- -
- -
- extrapoleert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries