Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
kabbelen [v]
- gurgeln
- sprudeln
- brodeln
ENGELS
kabbelen [v]
- burble
- gurgle
- bubble
FRANS
kabbelen [v]
- gargouiller
- bouillonner
ITALIAANS
kabbelen [v]
- gorgogliare
- borbottare
SPAANS
kabbelen [v]
- burbujear
- hervir
ZWEEDS
kabbelen [v]
- gurgla
- porla
- sprudla
- bubbla
PORTUGEES
kabbelen [v]
- borbulhar
- gorgolejar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bubbelend
- gebubbeld
Presens
- bubbel
- bubbelt
- bubbelt
- bubbelen
- bubbelen
- bubbelen
Imperfect
- bubbelde
- bubbelde
- bubbelde
- bubbelden
- bubbelden
- bubbelden
Toekomende tijd I
- zal bubbelen
- zult bubbelen
- zal bubbelen
- zullen bubbelen
- zullen bubbelen
- zullen bubbelen
Conditionalis I
- zou bubbelen
- zou bubbelen
- zou bubbelen
- zouden bubbelen
- zouden bubbelen
- zouden bubbelen
Perfectum
- heb gebubbeld
- hebt gebubbeld
- heeft gebubbeld
- hebben gebubbeld
- hebben gebubbeld
- hebben gebubbeld
Voltooid verleden tijd
- had gebubbeld
- had gebubbeld
- had gebubbeld
- hadden gebubbeld
- hadden gebubbeld
- hadden gebubbeld
Toekomende tijd II
- zal gebubbeld hebben
- zult gebubbeld hebben
- zal gebubbeld hebben
- zullen gebubbeld hebben
- zullen gebubbeld hebben
- zullen gebubbeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gebubbeld
- zou hebben gebubbeld
- zou hebben gebubbeld
- zouden hebben gebubbeld
- zouden hebben gebubbeld
- zouden hebben gebubbeld
Imperatief
- -
- bubbel
- -
- -
- bubbelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries