meer [v]
- zufrieren
buis [v]
- einfrieren
prijzen [v]
- einfrieren
meteorologie [v]
- gefrieren

meer [v]
- freeze
buis [v]
- freeze
prijzen [v]
- freeze
- block
meteorologie [v]
- frost
- become frosted
- freeze

meer [v]
- geler
- se prendre
- se prendre d'un bout à l'autre
buis [v]
- geler
prijzen [v]
- geler
- bloquer
meteorologie [v]
- geler

meer [v]
- gelare
buis [v]
- ghiacciare
- gelare
prijzen [v]
- bloccare
- congelare
- fissare
meteorologie [v]
- gelare
- ghiacciare
- gelarsi
- ghiacciarsi

meer [v]
- congelarse
buis [v]
- congelarse
prijzen [v]
- congelar
- bloquear
meteorologie [v]
- helarse
- cubrirse de escarcha

meer [v]
- frysa till
buis [v]
- frysa igen
prijzen [v]
- frysa
- fixera
meteorologie [v]
- frysa
- frysa till

meer [v]
- congelar
buis [v]
- congelar
prijzen [v]
- congelar
- reter
meteorologie [v]
- gelar
- congelar

verkleumen [v]
- vernikkelen
- verstijven
invriezen [v]
- conserveren

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- bevriezend
- bevroren
Presens
- bevries
- bevriest
- bevriest
- bevriezen
- bevriezen
- bevriezen
Imperfect
- bevroor
- bevroor
- bevroor
- bevroren
- bevroren
- bevroren
Toekomende tijd I
- zal bevriezen
- zult bevriezen
- zal bevriezen
- zullen bevriezen
- zullen bevriezen
- zullen bevriezen
Conditionalis I
- zou bevriezen
- zou bevriezen
- zou bevriezen
- zouden bevriezen
- zouden bevriezen
- zouden bevriezen
Perfectum
- ben bevroren
- bent bevroren
- is bevroren
- zijn bevroren
- zijn bevroren
- zijn bevroren
Voltooid verleden tijd
- was bevroren
- was bevroren
- was bevroren
- waren bevroren
- waren bevroren
- waren bevroren
Toekomende tijd II
- zal bevroren zijn
- zult bevroren zijn
- zal bevroren zijn
- zullen bevroren zijn
- zullen bevroren zijn
- zullen bevroren zijn
Conditionalis II
- zou zijn bevroren
- zou zijn bevroren
- zou zijn bevroren
- zouden zijn bevroren
- zouden zijn bevroren
- zouden zijn bevroren
Imperatief
- -
- bevries
- -
- -
- bevriest
- -