Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
raket [v]
- abschießen
vuurwerk [v]
- abschießen
- abfeuern
ENGELS
raket [v]
- launch
- blast off
vuurwerk [v]
- let off
FRANS
raket [v]
- lancer
vuurwerk [v]
- tirer
- faire partir
ITALIAANS
raket [v]
- lanciare
vuurwerk [v]
- sparare
SPAANS
raket [v]
- lanzar
vuurwerk [v]
- hacer estallar
ZWEEDS
raket [v]
- skjuta upp
vuurwerk [v]
- avskjuta
- bränna av
PORTUGEES
raket [v]
- lançar
vuurwerk [v]
- soltar
- acender
THESAURUS
afschieten [v]
lanceren [v]
- afschieten
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- afvurend
- afgevuurd
Presens
- vuur af
- vuurt af
- vuurt af
- vuren af
- vuren af
- vuren af
Imperfect
- vuurde af
- vuurde af
- vuurde af
- vuurden af
- vuurden af
- vuurden af
Toekomende tijd I
- zal afvuren
- zult afvuren
- zal afvuren
- zullen afvuren
- zullen afvuren
- zullen afvuren
Conditionalis I
- zou afvuren
- zou afvuren
- zou afvuren
- zouden afvuren
- zouden afvuren
- zouden afvuren
Perfectum
- heb afgevuurd
- hebt afgevuurd
- heeft afgevuurd
- hebben afgevuurd
- hebben afgevuurd
- hebben afgevuurd
Voltooid verleden tijd
- had afgevuurd
- had afgevuurd
- had afgevuurd
- hadden afgevuurd
- hadden afgevuurd
- hadden afgevuurd
Toekomende tijd II
- zal afgevuurd hebben
- zult afgevuurd hebben
- zal afgevuurd hebben
- zullen afgevuurd hebben
- zullen afgevuurd hebben
- zullen afgevuurd hebben
Conditionalis II
- zou hebben afgevuurd
- zou hebben afgevuurd
- zou hebben afgevuurd
- zouden hebben afgevuurd
- zouden hebben afgevuurd
- zouden hebben afgevuurd
Imperatief
- -
- vuur af
- -
- -
- vuurt af
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries