Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
afhankelijkheid [n]
- Abhängigkeit [f]
- Vertrauen [n]
algemeen [v]
- angewiesen sein auf
afhankelijkheid [v]
- abhängen von
afhankelijk zijn van [v]
- abhängen von
- beruhen auf
ENGELS
afhankelijkheid [n]
- dependency
- dependancy
- dependence
- reliance
algemeen [v]
- be reliant on
- be dependent on
afhankelijkheid [v]
- turn on
- turn upon
afhankelijk zijn van [v]
- depend on
- be contingent on
- depend upon
- be dependent on
FRANS
afhankelijkheid [n]
- confiance [f]
- foi [f]
algemeen [v]
- dépendre de
- compter sur
afhankelijkheid [v]
- dépendre de
afhankelijk zijn van [v]
- dépendre de
- être conditionné par
- reposer sur
ITALIAANS
afhankelijkheid [n]
- affidamento [m]
- fiducia [f]
algemeen [v]
- dipendente da
- che conta su
afhankelijkheid [v]
- dipendere da
afhankelijk zijn van [v]
- dipendere da
- essere condizionato da
SPAANS
afhankelijkheid [n]
- dependencia [f]
- apoyo [m]
- confianza [f]
algemeen [v]
- depender de
afhankelijkheid [v]
- depender de
afhankelijk zijn van [v]
- depender de
- acatar a
- resultar de
ZWEEDS
afhankelijkheid [n]
- avhängighet [u]
- förtröstan [n (invariable)]
- tillit [u]
algemeen [v]
- vara beroende av
afhankelijkheid [v]
- bero på
afhankelijk zijn van [v]
- vara beroende av
- vara påverkad av
PORTUGEES
afhankelijkheid [n]
- confiança [f]
- [f]
- crédito [m]
algemeen [v]
- depender de
- ser dependente de
afhankelijkheid [v]
- depender de
- estar ligado a
afhankelijk zijn van [v]
- depender de
- ser contingente de
- ser dependente de
THESAURUS
WERKWOORD
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries