Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
troon [v]
- abdanken
ENGELS
troon [v]
- abdicate
FRANS
troon [v]
- abdiquer
ITALIAANS
troon [v]
- abdicare
SPAANS
troon [v]
- abdicar
ZWEEDS
troon [v]
- abdikera
PORTUGEES
troon [v]
- abdicar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- abdicerend
- geabdiceerd
Presens
- abdiceer
- abdiceert
- abdiceert
- abdiceren
- abdiceren
- abdiceren
Imperfect
- abdiceerde
- abdiceerde
- abdiceerde
- abdiceerden
- abdiceerden
- abdiceerden
Toekomende tijd I
- zal abdiceren
- zult abdiceren
- zal abdiceren
- zullen abdiceren
- zullen abdiceren
- zullen abdiceren
Conditionalis I
- zou abdiceren
- zou abdiceren
- zou abdiceren
- zouden abdiceren
- zouden abdiceren
- zouden abdiceren
Perfectum
- heb geabdiceerd
- hebt geabdiceerd
- heeft geabdiceerd
- hebben geabdiceerd
- hebben geabdiceerd
- hebben geabdiceerd
Voltooid verleden tijd
- had geabdiceerd
- had geabdiceerd
- had geabdiceerd
- hadden geabdiceerd
- hadden geabdiceerd
- hadden geabdiceerd
Toekomende tijd II
- zal geabdiceerd hebben
- zult geabdiceerd hebben
- zal geabdiceerd hebben
- zullen geabdiceerd hebben
- zullen geabdiceerd hebben
- zullen geabdiceerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geabdiceerd
- zou hebben geabdiceerd
- zou hebben geabdiceerd
- zouden hebben geabdiceerd
- zouden hebben geabdiceerd
- zouden hebben geabdiceerd
Imperatief
- -
- abdiceer
- -
- -
- abdiceert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries