Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
koopwaar [v]
- berechnen
ENGELS
koopwaar [v]
- charge
FRANS
koopwaar [v]
- faire payer
ITALIAANS
koopwaar [v]
- far pagare
SPAANS
koopwaar [v]
- cobrar
ZWEEDS
koopwaar [v]
- ta betalt
- notera
PORTUGEES
koopwaar [v]
- cobrar
THESAURUS
kwalijk nemen [v]
- toerekenen
- verwijten
- wijten
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- aanrekenend
- aangerekend
Presens
- reken aan
- rekent aan
- rekent aan
- rekenen aan
- rekenen aan
- rekenen aan
Imperfect
- rekende aan
- rekende aan
- rekende aan
- rekenden aan
- rekenden aan
- rekenden aan
Toekomende tijd I
- zal aanrekenen
- zult aanrekenen
- zal aanrekenen
- zullen aanrekenen
- zullen aanrekenen
- zullen aanrekenen
Conditionalis I
- zou aanrekenen
- zou aanrekenen
- zou aanrekenen
- zouden aanrekenen
- zouden aanrekenen
- zouden aanrekenen
Perfectum
- heb aangerekend
- hebt aangerekend
- heeft aangerekend
- hebben aangerekend
- hebben aangerekend
- hebben aangerekend
Voltooid verleden tijd
- had aangerekend
- had aangerekend
- had aangerekend
- hadden aangerekend
- hadden aangerekend
- hadden aangerekend
Toekomende tijd II
- zal aangerekend hebben
- zult aangerekend hebben
- zal aangerekend hebben
- zullen aangerekend hebben
- zullen aangerekend hebben
- zullen aangerekend hebben
Conditionalis II
- zou hebben aangerekend
- zou hebben aangerekend
- zou hebben aangerekend
- zouden hebben aangerekend
- zouden hebben aangerekend
- zouden hebben aangerekend
Imperatief
- -
- reken aan
- -
- -
- rekent aan
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries