Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
aansporen [v]
- zureden
- ermahnen
ENGELS
aansporen [v]
- exhort
- urge
- admonish strongly
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
aansporen [v]
- exhortar
- urgir
- instar
ZWEEDS
aansporen [v]
- uppmana
- förmana
- anmoda
PORTUGEES
THESAURUS
aansporen [v]
- aanzetten
manen [v]
- sommeren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- aanmanend
- aangemaand
Presens
- maan aan
- maant aan
- maant aan
- manen aan
- manen aan
- manen aan
Imperfect
- maande aan
- maande aan
- maande aan
- maanden aan
- maanden aan
- maanden aan
Toekomende tijd I
- zal aanmanen
- zult aanmanen
- zal aanmanen
- zullen aanmanen
- zullen aanmanen
- zullen aanmanen
Conditionalis I
- zou aanmanen
- zou aanmanen
- zou aanmanen
- zouden aanmanen
- zouden aanmanen
- zouden aanmanen
Perfectum
- heb aangemaand
- hebt aangemaand
- heeft aangemaand
- hebben aangemaand
- hebben aangemaand
- hebben aangemaand
Voltooid verleden tijd
- had aangemaand
- had aangemaand
- had aangemaand
- hadden aangemaand
- hadden aangemaand
- hadden aangemaand
Toekomende tijd II
- zal aangemaand hebben
- zult aangemaand hebben
- zal aangemaand hebben
- zullen aangemaand hebben
- zullen aangemaand hebben
- zullen aangemaand hebben
Conditionalis II
- zou hebben aangemaand
- zou hebben aangemaand
- zou hebben aangemaand
- zouden hebben aangemaand
- zouden hebben aangemaand
- zouden hebben aangemaand
Imperatief
- -
- maan aan
- -
- -
- maant aan
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries