Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
klacht [v]
- hören
- anhören
ENGELS
klacht [v]
- listen to
- hear
FRANS
klacht [v]
- écouter
- entendre
ITALIAANS
klacht [v]
- ascoltare
- sentire
SPAANS
klacht [v]
- escuchar
- oír
ZWEEDS
klacht [v]
- höra på
PORTUGEES
klacht [v]
- escutar
- ouvir
THESAURUS
luisteren naar [v]
- uithoren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- aanhorend
- aanhoord
Presens
- aanhoor
- aanhoort
- aanhoort
- aanhoren
- aanhoren
- aanhoren
Imperfect
- aanhoorde
- aanhoorde
- aanhoorde
- aanhoorden
- aanhoorden
- aanhoorden
Toekomende tijd I
- zal aanhoren
- zult aanhoren
- zal aanhoren
- zullen aanhoren
- zullen aanhoren
- zullen aanhoren
Conditionalis I
- zou aanhoren
- zou aanhoren
- zou aanhoren
- zouden aanhoren
- zouden aanhoren
- zouden aanhoren
Perfectum
- heb aanhoord
- hebt aanhoord
- heeft aanhoord
- hebben aanhoord
- hebben aanhoord
- hebben aanhoord
Voltooid verleden tijd
- had aanhoord
- had aanhoord
- had aanhoord
- hadden aanhoord
- hadden aanhoord
- hadden aanhoord
Toekomende tijd II
- zal aanhoord hebben
- zult aanhoord hebben
- zal aanhoord hebben
- zullen aanhoord hebben
- zullen aanhoord hebben
- zullen aanhoord hebben
Conditionalis II
- zou hebben aanhoord
- zou hebben aanhoord
- zou hebben aanhoord
- zouden hebben aanhoord
- zouden hebben aanhoord
- zouden hebben aanhoord
Imperatief
- -
- aanhoor
- -
- -
- aanhoort
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries