Blumen [v]
- fade
Pflanze [v]
- wilt

Blumen [v]
- se faner
- se flétrir
Pflanze [v]
- se faner
- se flétrir

Blumen [v]
- appassire
- avvizzire
Pflanze [v]
- appassire
- avvizzire

Blumen [v]
- marchitarse
Pflanze [v]
- marchitarse

Blumen [v]
- verwelken
Pflanze [v]
- verwelken
- verflensen

Blumen [v]
- vissna
Pflanze [v]
- vissna
- torka

Blumen [v]
- murchar
Pflanze [v]
- murchar

verwelken [v]
- abblühen
- absterben
- altern
- eingehen
- verblühen
- verdorren
- vergehen
- verkümmern
- vertrocknen
- dahinschmachten
- gilben
- schmachten
- vergilben
- verschmachten
- welk werden

Partizip I; Partizip II
- welkend
- gewelkt
Präsens Indikativ
- welke
- welkst
- welkt
- welken
- welkt
- welken
Präteritum Indikativ
- welkte
- welktest
- welkte
- welkten
- welktet
- welkten
Futur I Indikativ
- werde welken
- wirst welken
- wird welken
- werden welken
- werdet welken
- werden welken
Futur I Konjunktiv II
- würde welken
- würdest welken
- würde welken
- würden welken
- würdet welken
- würden welken
Präsens Konjunktiv I
- welke
- welkest
- welke
- welken
- welket
- welken
Präteritum Konjunktiv II
- welkte
- welktest
- welkte
- welkten
- welktet
- welkten
Perfekt Indikativ
- bin gewelkt
- bist gewelkt
- ist gewelkt
- sind gewelkt
- seid gewelkt
- sind gewelkt
Plusquamperfekt Indikativ
- war gewelkt
- warst gewelkt
- war gewelkt
- waren gewelkt
- wart gewelkt
- waren gewelkt
Futur II Indikativ
- werde gewelkt sein
- wirst gewelkt sein
- wird gewelkt sein
- werden gewelkt sein
- werdet gewelkt sein
- werden gewelkt sein
Futur II Konjunktiv I
- würde gewelkt sein
- würdest gewelkt sein
- würde gewelkt sein
- würden gewelkt sein
- würdet gewelkt sein
- würden gewelkt sein
Perfekt Konjunktiv I
- sei gewelkt
- sei(e)st gewelkt
- sei gewelkt
- seien gewelkt
- seiet gewelkt
- seien gewelkt
Plusquamperfekt Konjunktiv II
- wäre gewelkt
- wär(e)st gewelkt
- wäre gewelkt
- wären gewelkt
- wär(e)t gewelkt
- wären gewelkt
Imperativ
- -
- welk(e)
- -
- welken
- welkt
- -
sDesc
- wel|ken <sw. V.
- ist>