Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
geneeskunde [v]
- einwickeln
ENGELS
geneeskunde [v]
- swathe [formal]
FRANS
geneeskunde [v]
- emmailloter
- envelopper
ITALIAANS
geneeskunde [v]
- fasciare
- bendare
SPAANS
geneeskunde [v]
- vendar
ZWEEDS
geneeskunde [v]
- binda om
- inlinda
PORTUGEES
geneeskunde [v]
- enfaixar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- zwachtelend
- gezwachteld
Presens
- zwachtel
- zwachtelt
- zwachtelt
- zwachtelen
- zwachtelen
- zwachtelen
Imperfect
- zwachtelde
- zwachtelde
- zwachtelde
- zwachtelden
- zwachtelden
- zwachtelden
Toekomende tijd I
- zal zwachtelen
- zult zwachtelen
- zal zwachtelen
- zullen zwachtelen
- zullen zwachtelen
- zullen zwachtelen
Conditionalis I
- zou zwachtelen
- zou zwachtelen
- zou zwachtelen
- zouden zwachtelen
- zouden zwachtelen
- zouden zwachtelen
Perfectum
- heb gezwachteld
- hebt gezwachteld
- heeft gezwachteld
- hebben gezwachteld
- hebben gezwachteld
- hebben gezwachteld
Voltooid verleden tijd
- had gezwachteld
- had gezwachteld
- had gezwachteld
- hadden gezwachteld
- hadden gezwachteld
- hadden gezwachteld
Toekomende tijd II
- zal gezwachteld hebben
- zult gezwachteld hebben
- zal gezwachteld hebben
- zullen gezwachteld hebben
- zullen gezwachteld hebben
- zullen gezwachteld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gezwachteld
- zou hebben gezwachteld
- zou hebben gezwachteld
- zouden hebben gezwachteld
- zouden hebben gezwachteld
- zouden hebben gezwachteld
Imperatief
- -
- zwachtel
- -
- -
- zwachtelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries