Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
culinair [n]
- Einpökeln [n]
ENGELS
culinair [n]
- salting
FRANS
culinair [n]
- salaison [f]
- salage [m]
ITALIAANS
culinair [n]
- salatura [f]
SPAANS
culinair [n]
- saladura [f]
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
inmaken [v]
- pekelen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- zoutend
- gezouten
Presens
- zout
- zout
- zout
- zouten
- zouten
- zouten
Imperfect
- zoutte
- zoutte
- zoutte
- zoutten
- zoutten
- zoutten
Toekomende tijd I
- zal zouten
- zult zouten
- zal zouten
- zullen zouten
- zullen zouten
- zullen zouten
Conditionalis I
- zou zouten
- zou zouten
- zou zouten
- zouden zouten
- zouden zouten
- zouden zouten
Perfectum
- heb gezouten
- hebt gezouten
- heeft gezouten
- hebben gezouten
- hebben gezouten
- hebben gezouten
Voltooid verleden tijd
- had gezouten
- had gezouten
- had gezouten
- hadden gezouten
- hadden gezouten
- hadden gezouten
Toekomende tijd II
- zal gezouten hebben
- zult gezouten hebben
- zal gezouten hebben
- zullen gezouten hebben
- zullen gezouten hebben
- zullen gezouten hebben
Conditionalis II
- zou hebben gezouten
- zou hebben gezouten
- zou hebben gezouten
- zouden hebben gezouten
- zouden hebben gezouten
- zouden hebben gezouten
Imperatief
- -
- zout
- -
- -
- zout
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries