Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
transitief [v]
- wärmen
intransitief [v]
- erwärmen
ENGELS
transitief [v]
- warm
intransitief [v]
- warm
FRANS
transitief [v]
- chauffer
- réchauffer
intransitief [v]
- chauffer
ITALIAANS
transitief [v]
- riscaldare
intransitief [v]
- scaldarsi
SPAANS
transitief [v]
- calentar
intransitief [v]
- calentarse
ZWEEDS
transitief [v]
- värma
intransitief [v]
- bli varm
- värmas
PORTUGEES
transitief [v]
- aquecer
- esquentar
intransitief [v]
- aquecer
- esquentar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- warmend
- gewarmd
Presens
- warm
- warmt
- warmt
- warmen
- warmen
- warmen
Imperfect
- warmde
- warmde
- warmde
- warmden
- warmden
- warmden
Toekomende tijd I
- zal warmen
- zult warmen
- zal warmen
- zullen warmen
- zullen warmen
- zullen warmen
Conditionalis I
- zou warmen
- zou warmen
- zou warmen
- zouden warmen
- zouden warmen
- zouden warmen
Perfectum
- heb gewarmd
- hebt gewarmd
- heeft gewarmd
- hebben gewarmd
- hebben gewarmd
- hebben gewarmd
Voltooid verleden tijd
- had gewarmd
- had gewarmd
- had gewarmd
- hadden gewarmd
- hadden gewarmd
- hadden gewarmd
Toekomende tijd II
- zal gewarmd hebben
- zult gewarmd hebben
- zal gewarmd hebben
- zullen gewarmd hebben
- zullen gewarmd hebben
- zullen gewarmd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gewarmd
- zou hebben gewarmd
- zou hebben gewarmd
- zouden hebben gewarmd
- zouden hebben gewarmd
- zouden hebben gewarmd
Imperatief
- -
- warm
- -
- -
- warmt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries