Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
feit [v]
- supporre
- presupporre
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
feit [v]
- supor
- pressupor
- postular
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- vooronderstellend
- voorondersteld
Presens
- vooronderstel
- vooronderstelt
- vooronderstelt
- vooronderstellen
- vooronderstellen
- vooronderstellen
Imperfect
- vooronderstelde
- vooronderstelde
- vooronderstelde
- vooronderstelden
- vooronderstelden
- vooronderstelden
Toekomende tijd I
- zal vooronderstellen
- zult vooronderstellen
- zal vooronderstellen
- zullen vooronderstellen
- zullen vooronderstellen
- zullen vooronderstellen
Conditionalis I
- zou vooronderstellen
- zou vooronderstellen
- zou vooronderstellen
- zouden vooronderstellen
- zouden vooronderstellen
- zouden vooronderstellen
Perfectum
- heb voorondersteld
- hebt voorondersteld
- heeft voorondersteld
- hebben voorondersteld
- hebben voorondersteld
- hebben voorondersteld
Voltooid verleden tijd
- had voorondersteld
- had voorondersteld
- had voorondersteld
- hadden voorondersteld
- hadden voorondersteld
- hadden voorondersteld
Toekomende tijd II
- zal voorondersteld hebben
- zult voorondersteld hebben
- zal voorondersteld hebben
- zullen voorondersteld hebben
- zullen voorondersteld hebben
- zullen voorondersteld hebben
Conditionalis II
- zou hebben voorondersteld
- zou hebben voorondersteld
- zou hebben voorondersteld
- zouden hebben voorondersteld
- zouden hebben voorondersteld
- zouden hebben voorondersteld
Imperatief
- -
- vooronderstel
- -
- -
- vooronderstelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries