Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
tekst [v]
- vorlesen
ENGELS
tekst [v]
- read out
FRANS
tekst [v]
- lire à haute voix
ITALIAANS
SPAANS
tekst [v]
- leer en voz alta
ZWEEDS
tekst [v]
- läsa upp
- läsa högt
PORTUGEES
tekst [v]
- ler em voz alta
THESAURUS
aflezen [v]
- afzien
- lezen
- oplezen
- uitlezen
lezen [v]
- voordragen
uitspreken [v]
- bekendmaken
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- voorlezend
- voorgelezen
Presens
- lees voor
- leest voor
- leest voor
- lezen voor
- lezen voor
- lezen voor
Imperfect
- las voor
- las voor
- las voor
- lazen voor
- lazen voor
- lazen voor
Toekomende tijd I
- zal voorlezen
- zult voorlezen
- zal voorlezen
- zullen voorlezen
- zullen voorlezen
- zullen voorlezen
Conditionalis I
- zou voorlezen
- zou voorlezen
- zou voorlezen
- zouden voorlezen
- zouden voorlezen
- zouden voorlezen
Perfectum
- heb voorgelezen
- hebt voorgelezen
- heeft voorgelezen
- hebben voorgelezen
- hebben voorgelezen
- hebben voorgelezen
Voltooid verleden tijd
- had voorgelezen
- had voorgelezen
- had voorgelezen
- hadden voorgelezen
- hadden voorgelezen
- hadden voorgelezen
Toekomende tijd II
- zal voorgelezen hebben
- zult voorgelezen hebben
- zal voorgelezen hebben
- zullen voorgelezen hebben
- zullen voorgelezen hebben
- zullen voorgelezen hebben
Conditionalis II
- zou hebben voorgelezen
- zou hebben voorgelezen
- zou hebben voorgelezen
- zouden hebben voorgelezen
- zouden hebben voorgelezen
- zouden hebben voorgelezen
Imperatief
- -
- lees voor
- -
- -
- leest voor
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries