Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
tijd [v]
- vorbeifliegen
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
tijd [v]
- volare
SPAANS
tijd [v]
- pasar volando
ZWEEDS
tijd [v]
- flyga iväg
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- voorbijsnellend
- voorbijgesneld
Presens
- snel voorbij
- snelt voorbij
- snelt voorbij
- snellen voorbij
- snellen voorbij
- snellen voorbij
Imperfect
- snelde voorbij
- snelde voorbij
- snelde voorbij
- snelden voorbij
- snelden voorbij
- snelden voorbij
Toekomende tijd I
- zal voorbijsnellen
- zult voorbijsnellen
- zal voorbijsnellen
- zullen voorbijsnellen
- zullen voorbijsnellen
- zullen voorbijsnellen
Conditionalis I
- zou voorbijsnellen
- zou voorbijsnellen
- zou voorbijsnellen
- zouden voorbijsnellen
- zouden voorbijsnellen
- zouden voorbijsnellen
Perfectum
- heb voorbijgesneld
- hebt voorbijgesneld
- heeft voorbijgesneld
- hebben voorbijgesneld
- hebben voorbijgesneld
- hebben voorbijgesneld
Voltooid verleden tijd
- had voorbijgesneld
- had voorbijgesneld
- had voorbijgesneld
- hadden voorbijgesneld
- hadden voorbijgesneld
- hadden voorbijgesneld
Toekomende tijd II
- zal voorbijgesneld hebben
- zult voorbijgesneld hebben
- zal voorbijgesneld hebben
- zullen voorbijgesneld hebben
- zullen voorbijgesneld hebben
- zullen voorbijgesneld hebben
Conditionalis II
- zou hebben voorbijgesneld
- zou hebben voorbijgesneld
- zou hebben voorbijgesneld
- zouden hebben voorbijgesneld
- zouden hebben voorbijgesneld
- zouden hebben voorbijgesneld
Imperatief
- -
- snel voorbij
- -
- -
- snelt voorbij
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries