Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
constructie [v]
- bebauen
- aufbauen
ENGELS
constructie [v]
- build up
FRANS
constructie [v]
- édifier
- bâtir
ITALIAANS
constructie [v]
- costruire
- edificare
SPAANS
constructie [v]
- construir
- erigir edificios
ZWEEDS
constructie [v]
- bygga upp
- bebygga
PORTUGEES
constructie [v]
- construir
- edificar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- volbouwend
- volbouwd
Presens
- volbouw
- volbouwt
- volbouwt
- volbouwen
- volbouwen
- volbouwen
Imperfect
- volbouwde
- volbouwde
- volbouwde
- volbouwden
- volbouwden
- volbouwden
Toekomende tijd I
- zal volbouwen
- zult volbouwen
- zal volbouwen
- zullen volbouwen
- zullen volbouwen
- zullen volbouwen
Conditionalis I
- zou volbouwen
- zou volbouwen
- zou volbouwen
- zouden volbouwen
- zouden volbouwen
- zouden volbouwen
Perfectum
- heb volbouwd
- hebt volbouwd
- heeft volbouwd
- hebben volbouwd
- hebben volbouwd
- hebben volbouwd
Voltooid verleden tijd
- had volbouwd
- had volbouwd
- had volbouwd
- hadden volbouwd
- hadden volbouwd
- hadden volbouwd
Toekomende tijd II
- zal volbouwd hebben
- zult volbouwd hebben
- zal volbouwd hebben
- zullen volbouwd hebben
- zullen volbouwd hebben
- zullen volbouwd hebben
Conditionalis II
- zou hebben volbouwd
- zou hebben volbouwd
- zou hebben volbouwd
- zouden hebben volbouwd
- zouden hebben volbouwd
- zouden hebben volbouwd
Imperatief
- -
- volbouw
- -
- -
- volbouwt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries