Tegenwoordig en verleden deelwoord - vertegenwoordigend - vertegenwoordigd Presens - vertegenwoordig - vertegenwoordigt - vertegenwoordigt - vertegenwoordigen - vertegenwoordigen - vertegenwoordigen Imperfect - vertegenwoordigde - vertegenwoordigde - vertegenwoordigde - vertegenwoordigden - vertegenwoordigden - vertegenwoordigden Toekomende tijd I - zal vertegenwoordigen - zult vertegenwoordigen - zal vertegenwoordigen - zullen vertegenwoordigen - zullen vertegenwoordigen - zullen vertegenwoordigen Conditionalis I - zou vertegenwoordigen - zou vertegenwoordigen - zou vertegenwoordigen - zouden vertegenwoordigen - zouden vertegenwoordigen - zouden vertegenwoordigen Perfectum - heb vertegenwoordigd - hebt vertegenwoordigd - heeft vertegenwoordigd - hebben vertegenwoordigd - hebben vertegenwoordigd - hebben vertegenwoordigd Voltooid verleden tijd - had vertegenwoordigd - had vertegenwoordigd - had vertegenwoordigd - hadden vertegenwoordigd - hadden vertegenwoordigd - hadden vertegenwoordigd Toekomende tijd II - zal vertegenwoordigd hebben - zult vertegenwoordigd hebben - zal vertegenwoordigd hebben - zullen vertegenwoordigd hebben - zullen vertegenwoordigd hebben - zullen vertegenwoordigd hebben Conditionalis II - zou hebben vertegenwoordigd - zou hebben vertegenwoordigd - zou hebben vertegenwoordigd - zouden hebben vertegenwoordigd - zouden hebben vertegenwoordigd - zouden hebben vertegenwoordigd Imperatief - - - vertegenwoordig - - - - - vertegenwoordigt - -