Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
algemeen [v]
- verkleiden
ENGELS
algemeen [v]
- disguise
FRANS
algemeen [v]
- déguiser
- travestir
ITALIAANS
algemeen [v]
- travestire
- mascherare
SPAANS
algemeen [v]
- disfrazar
ZWEEDS
algemeen [v]
- förkläda
PORTUGEES
algemeen [v]
- disfarçar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- vermommend
- vermomd
Presens
- vermom
- vermomt
- vermomt
- vermommen
- vermommen
- vermommen
Imperfect
- vermomde
- vermomde
- vermomde
- vermomden
- vermomden
- vermomden
Toekomende tijd I
- zal vermommen
- zult vermommen
- zal vermommen
- zullen vermommen
- zullen vermommen
- zullen vermommen
Conditionalis I
- zou vermommen
- zou vermommen
- zou vermommen
- zouden vermommen
- zouden vermommen
- zouden vermommen
Perfectum
- heb vermomd
- hebt vermomd
- heeft vermomd
- hebben vermomd
- hebben vermomd
- hebben vermomd
Voltooid verleden tijd
- had vermomd
- had vermomd
- had vermomd
- hadden vermomd
- hadden vermomd
- hadden vermomd
Toekomende tijd II
- zal vermomd hebben
- zult vermomd hebben
- zal vermomd hebben
- zullen vermomd hebben
- zullen vermomd hebben
- zullen vermomd hebben
Conditionalis II
- zou hebben vermomd
- zou hebben vermomd
- zou hebben vermomd
- zouden hebben vermomd
- zouden hebben vermomd
- zouden hebben vermomd
Imperatief
- -
- vermom
- -
- -
- vermomt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries