Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
bezit [n]
- fortune
- wealth
- holdings
- possessions
boekhouding [n]
- assets
- property
- means
financiën [n]
- means
- strength
- capacity
geld [n]
- capital
bekwaamheid [n]
- capability
- capableness
- ability
- competence
- capacity
- faculty
- aptitude
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
bezitting [n]
- eigendom
fortuin [n]
- kapitaal
capaciteit [n]
- potentie
- werkkracht
mogen [v]
- kunnen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- vermogend
- vermocht
Presens
- vermag
- vermag
- vermag
- vermogen
- vermogen
- vermogen
Imperfect
- vermocht
- vermocht
- vermocht
- vermochten
- vermochten
- vermochten
Toekomende tijd I
- zal vermogen
- zult vermogen
- zal vermogen
- zullen vermogen
- zullen vermogen
- zullen vermogen
Conditionalis I
- zou vermogen
- zou vermogen
- zou vermogen
- zouden vermogen
- zouden vermogen
- zouden vermogen
Perfectum
- heb vermocht
- hebt vermocht
- heeft vermocht
- hebben vermocht
- hebben vermocht
- hebben vermocht
Voltooid verleden tijd
- had vermocht
- had vermocht
- had vermocht
- hadden vermocht
- hadden vermocht
- hadden vermocht
Toekomende tijd II
- zal vermocht hebben
- zult vermocht hebben
- zal vermocht hebben
- zullen vermocht hebben
- zullen vermocht hebben
- zullen vermocht hebben
Conditionalis II
- zou hebben vermocht
- zou hebben vermocht
- zou hebben vermocht
- zouden hebben vermocht
- zouden hebben vermocht
- zouden hebben vermocht
Imperatief
- -
- -
- -
- -
- -
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries