Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
algemeen [v]
- generalize
FRANS
algemeen [v]
- généraliser
ITALIAANS
algemeen [v]
- generalizzare
SPAANS
algemeen [v]
- generalizar
ZWEEDS
algemeen [v]
- generalisera
PORTUGEES
algemeen [v]
- generalizar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- veralgemenend
- veralgemeend
Presens
- veralgemeen
- veralgemeent
- veralgemeent
- veralgemenen
- veralgemenen
- veralgemenen
Imperfect
- veralgemeende
- veralgemeende
- veralgemeende
- veralgemeenden
- veralgemeenden
- veralgemeenden
Toekomende tijd I
- zal veralgemenen
- zult veralgemenen
- zal veralgemenen
- zullen veralgemenen
- zullen veralgemenen
- zullen veralgemenen
Conditionalis I
- zou veralgemenen
- zou veralgemenen
- zou veralgemenen
- zouden veralgemenen
- zouden veralgemenen
- zouden veralgemenen
Perfectum
- heb veralgemeend
- hebt veralgemeend
- heeft veralgemeend
- hebben veralgemeend
- hebben veralgemeend
- hebben veralgemeend
Voltooid verleden tijd
- had veralgemeend
- had veralgemeend
- had veralgemeend
- hadden veralgemeend
- hadden veralgemeend
- hadden veralgemeend
Toekomende tijd II
- zal veralgemeend hebben
- zult veralgemeend hebben
- zal veralgemeend hebben
- zullen veralgemeend hebben
- zullen veralgemeend hebben
- zullen veralgemeend hebben
Conditionalis II
- zou hebben veralgemeend
- zou hebben veralgemeend
- zou hebben veralgemeend
- zouden hebben veralgemeend
- zouden hebben veralgemeend
- zouden hebben veralgemeend
Imperatief
- -
- veralgemeen
- -
- -
- veralgemeent
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries