Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
plantkunde [v]
- sprießen
ENGELS
plantkunde [v]
- sprout
FRANS
plantkunde [v]
- germer
ITALIAANS
SPAANS
plantkunde [v]
- brotar
ZWEEDS
plantkunde [v]
- gro
- spira
PORTUGEES
plantkunde [v]
- brotar
THESAURUS
slijten [v]
uitgaan [v]
uitvaren [v]
botten [v]
- opkomen
- uitbotten
- uitspruiten
uitkomen [v]
- uitmonden
resulteren [v]
langer duren [v]
- later worden
geren [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- uitlopend
- uitgelopen
Presens
- loop uit
- loopt uit
- loopt uit
- lopen uit
- lopen uit
- lopen uit
Imperfect
- liep uit
- liep uit
- liep uit
- liepen uit
- liepen uit
- liepen uit
Toekomende tijd I
- zal uitlopen
- zult uitlopen
- zal uitlopen
- zullen uitlopen
- zullen uitlopen
- zullen uitlopen
Conditionalis I
- zou uitlopen
- zou uitlopen
- zou uitlopen
- zouden uitlopen
- zouden uitlopen
- zouden uitlopen
Perfectum
- ben uitgelopen
- bent uitgelopen
- is uitgelopen
- zijn uitgelopen
- zijn uitgelopen
- zijn uitgelopen
Voltooid verleden tijd
- was uitgelopen
- was uitgelopen
- was uitgelopen
- waren uitgelopen
- waren uitgelopen
- waren uitgelopen
Toekomende tijd II
- zal uitgelopen zijn
- zult uitgelopen zijn
- zal uitgelopen zijn
- zullen uitgelopen zijn
- zullen uitgelopen zijn
- zullen uitgelopen zijn
Conditionalis II
- zou zijn uitgelopen
- zou zijn uitgelopen
- zou zijn uitgelopen
- zouden zijn uitgelopen
- zouden zijn uitgelopen
- zouden zijn uitgelopen
Imperatief
- -
- loop uit
- -
- -
- loopt uit
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries