Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
persoon [v]
- profitieren von
- ausnutzen
ENGELS
FRANS
persoon [v]
- profiter de
- exploiter
ITALIAANS
SPAANS
persoon [v]
- aprovecharse de
- explotar
ZWEEDS
persoon [v]
- utnyttja
- dra fördel av
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- uitbuitend
- uitgebuit
Presens
- buit uit
- buit uit
- buit uit
- buiten uit
- buiten uit
- buiten uit
Imperfect
- buitte uit
- buitte uit
- buitte uit
- buitten uit
- buitten uit
- buitten uit
Toekomende tijd I
- zal uitbuiten
- zult uitbuiten
- zal uitbuiten
- zullen uitbuiten
- zullen uitbuiten
- zullen uitbuiten
Conditionalis I
- zou uitbuiten
- zou uitbuiten
- zou uitbuiten
- zouden uitbuiten
- zouden uitbuiten
- zouden uitbuiten
Perfectum
- heb uitgebuit
- hebt uitgebuit
- heeft uitgebuit
- hebben uitgebuit
- hebben uitgebuit
- hebben uitgebuit
Voltooid verleden tijd
- had uitgebuit
- had uitgebuit
- had uitgebuit
- hadden uitgebuit
- hadden uitgebuit
- hadden uitgebuit
Toekomende tijd II
- zal uitgebuit hebben
- zult uitgebuit hebben
- zal uitgebuit hebben
- zullen uitgebuit hebben
- zullen uitgebuit hebben
- zullen uitgebuit hebben
Conditionalis II
- zou hebben uitgebuit
- zou hebben uitgebuit
- zou hebben uitgebuit
- zouden hebben uitgebuit
- zouden hebben uitgebuit
- zouden hebben uitgebuit
Imperatief
- -
- buit uit
- -
- -
- buit uit
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries