Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
muziek [n]
- Trommeln [n]
ENGELS
muziek [n]
- drumming
- beating
- tapping
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
muziek [n]
- trumning [u]
PORTUGEES
muziek [n]
- batida [f]
THESAURUS
drummen [v]
rammelen [v]
- roffelen
- tikken
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- trommelend
- getrommeld
Presens
- trommel
- trommelt
- trommelt
- trommelen
- trommelen
- trommelen
Imperfect
- trommelde
- trommelde
- trommelde
- trommelden
- trommelden
- trommelden
Toekomende tijd I
- zal trommelen
- zult trommelen
- zal trommelen
- zullen trommelen
- zullen trommelen
- zullen trommelen
Conditionalis I
- zou trommelen
- zou trommelen
- zou trommelen
- zouden trommelen
- zouden trommelen
- zouden trommelen
Perfectum
- heb getrommeld
- hebt getrommeld
- heeft getrommeld
- hebben getrommeld
- hebben getrommeld
- hebben getrommeld
Voltooid verleden tijd
- had getrommeld
- had getrommeld
- had getrommeld
- hadden getrommeld
- hadden getrommeld
- hadden getrommeld
Toekomende tijd II
- zal getrommeld hebben
- zult getrommeld hebben
- zal getrommeld hebben
- zullen getrommeld hebben
- zullen getrommeld hebben
- zullen getrommeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben getrommeld
- zou hebben getrommeld
- zou hebben getrommeld
- zouden hebben getrommeld
- zouden hebben getrommeld
- zouden hebben getrommeld
Imperatief
- -
- trommel
- -
- -
- trommelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries