suggestie [v]
- suggerieren
- andeuten
voorstel [v]
- vorschlagen
teken [v]
- deuten auf
- weisen auf
- eine Andeutung sein für
- ein Zeichen sein für
- ein Anzeichen sein für
gedachte [v]
- nahe legen
geneeskunde [v]
- andeuten
- vorschlagen
duiden op [v]
- hindeuten auf
- erkennen lassen
- suggerieren

suggestie [v]
- imply
voorstel [v]
- suggest
- propose
teken [v]
- point to
- suggest
- indicate
- be a sign of
gedachte [v]
- suggest
geneeskunde [v]
- indicate
- suggest
duiden op [v]
- indicate
- suggest
- denote
- be a sign of

suggestie [v]
- suggérer
voorstel [v]
- proposer
- recommander
teken [v]
- suggérer
- indiquer
- signaler
gedachte [v]
- suggérer
geneeskunde [v]
- indiquer
- suggérer
duiden op [v]
- indiquer
- dénoter
- suggérer
- être l'indice de

suggestie [v]
- suggerire
voorstel [v]
- suggerire
- proporre
teken [v]
- indicare
- denotare
- provare
- essere segno di
gedachte [v]
- suggerire
geneeskunde [v]
- indicare
- suggerire
duiden op [v]
- denotare
- suggerire
- essere segno di

suggestie [v]
- insinuar
voorstel [v]
- sugerir
- proponer
teken [v]
- sugerir
- indicar
- señalar
gedachte [v]
- sugerir
geneeskunde [v]
- indicar
- señalar
duiden op [v]
- indicar
- señalar
- sugerir

suggestie [v]
- antyda
- låta påskina
voorstel [v]
- föreslå
teken [v]
- tyda på
- visa på
- vara tecken på
gedachte [v]
- ge idén till
- inspirera
geneeskunde [v]
- indicera
- tyda på
duiden op [v]
- tyda på
- vara tecken på

suggestie [v]
- sugerir
- insinuar
voorstel [v]
- sugerir
- propor
teken [v]
- indicar
- sugerir
- ser sinal de
gedachte [v]
- sugerir
geneeskunde [v]
- indicar
- sugerir
duiden op [v]
- indicar
- sugerir
- denotar
- sinalizar

opperen [v]
- voorstellen
doen vermoeden [v]

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- suggererend
- gesuggereerd
Presens
- suggereer
- suggereert
- suggereert
- suggereren
- suggereren
- suggereren
Imperfect
- suggereerde
- suggereerde
- suggereerde
- suggereerden
- suggereerden
- suggereerden
Toekomende tijd I
- zal suggereren
- zult suggereren
- zal suggereren
- zullen suggereren
- zullen suggereren
- zullen suggereren
Conditionalis I
- zou suggereren
- zou suggereren
- zou suggereren
- zouden suggereren
- zouden suggereren
- zouden suggereren
Perfectum
- heb gesuggereerd
- hebt gesuggereerd
- heeft gesuggereerd
- hebben gesuggereerd
- hebben gesuggereerd
- hebben gesuggereerd
Voltooid verleden tijd
- had gesuggereerd
- had gesuggereerd
- had gesuggereerd
- hadden gesuggereerd
- hadden gesuggereerd
- hadden gesuggereerd
Toekomende tijd II
- zal gesuggereerd hebben
- zult gesuggereerd hebben
- zal gesuggereerd hebben
- zullen gesuggereerd hebben
- zullen gesuggereerd hebben
- zullen gesuggereerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gesuggereerd
- zou hebben gesuggereerd
- zou hebben gesuggereerd
- zouden hebben gesuggereerd
- zouden hebben gesuggereerd
- zouden hebben gesuggereerd
Imperatief
- -
- suggereer
- -
- -
- suggereert
- -