textiel [n]
- Textilien [p]

textiel [n]
- dry goods

textiel [n]
- étoffes [fp]
- tissus [mp]

textiel [n]
- stoffe [fp]
- tessuti [mp]

textiel [n]
- mercería [f]
- lencería [f]

textiel [n]
- manufakturvaror [up]

textiel [n]
- tecidos [mp]
- artigos [mp] de armarinho

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- stoffend
- gestoft
Presens
- stof
- stoft
- stoft
- stoffen
- stoffen
- stoffen
Imperfect
- stofte
- stofte
- stofte
- stoften
- stoften
- stoften
Toekomende tijd I
- zal stoffen
- zult stoffen
- zal stoffen
- zullen stoffen
- zullen stoffen
- zullen stoffen
Conditionalis I
- zou stoffen
- zou stoffen
- zou stoffen
- zouden stoffen
- zouden stoffen
- zouden stoffen
Perfectum
- heb gestoft
- hebt gestoft
- heeft gestoft
- hebben gestoft
- hebben gestoft
- hebben gestoft
Voltooid verleden tijd
- had gestoft
- had gestoft
- had gestoft
- hadden gestoft
- hadden gestoft
- hadden gestoft
Toekomende tijd II
- zal gestoft hebben
- zult gestoft hebben
- zal gestoft hebben
- zullen gestoft hebben
- zullen gestoft hebben
- zullen gestoft hebben
Conditionalis II
- zou hebben gestoft
- zou hebben gestoft
- zou hebben gestoft
- zouden hebben gestoft
- zouden hebben gestoft
- zouden hebben gestoft
Imperatief
- -
- stof
- -
- -
- stoft
- -