Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
voorwerpen [v]
- schmuggeln
- heimlich bringen
misdaad [v]
- schmuggeln
ENGELS
voorwerpen [v]
- sneak
- smuggle
- bring secretly
misdaad [v]
- smuggle
FRANS
ITALIAANS
voorwerpen [v]
- portare di nascosto
misdaad [v]
- contrabbandare
SPAANS
ZWEEDS
voorwerpen [v]
- smussla in
- smuggla in
misdaad [v]
- smuggla
PORTUGEES
voorwerpen [v]
- trazer escondido
misdaad [v]
- contrabandear
THESAURUS
verbergen [v]
- wegmoffelen
bedriegen [v]
- frauderen
spieken [v]
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- smokkelend
- gesmokkeld
Presens
- smokkel
- smokkelt
- smokkelt
- smokkelen
- smokkelen
- smokkelen
Imperfect
- smokkelde
- smokkelde
- smokkelde
- smokkelden
- smokkelden
- smokkelden
Toekomende tijd I
- zal smokkelen
- zult smokkelen
- zal smokkelen
- zullen smokkelen
- zullen smokkelen
- zullen smokkelen
Conditionalis I
- zou smokkelen
- zou smokkelen
- zou smokkelen
- zouden smokkelen
- zouden smokkelen
- zouden smokkelen
Perfectum
- heb gesmokkeld
- hebt gesmokkeld
- heeft gesmokkeld
- hebben gesmokkeld
- hebben gesmokkeld
- hebben gesmokkeld
Voltooid verleden tijd
- had gesmokkeld
- had gesmokkeld
- had gesmokkeld
- hadden gesmokkeld
- hadden gesmokkeld
- hadden gesmokkeld
Toekomende tijd II
- zal gesmokkeld hebben
- zult gesmokkeld hebben
- zal gesmokkeld hebben
- zullen gesmokkeld hebben
- zullen gesmokkeld hebben
- zullen gesmokkeld hebben
Conditionalis II
- zou hebben gesmokkeld
- zou hebben gesmokkeld
- zou hebben gesmokkeld
- zouden hebben gesmokkeld
- zouden hebben gesmokkeld
- zouden hebben gesmokkeld
Imperatief
- -
- smokkel
- -
- -
- smokkelt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries