Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
dommelen [v]
- dutten
- soezen
smeulen [v]
- verborgen zijn
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- sluimerend
- gesluimerd
Presens
- sluimer
- sluimert
- sluimert
- sluimeren
- sluimeren
- sluimeren
Imperfect
- sluimerde
- sluimerde
- sluimerde
- sluimerden
- sluimerden
- sluimerden
Toekomende tijd I
- zal sluimeren
- zult sluimeren
- zal sluimeren
- zullen sluimeren
- zullen sluimeren
- zullen sluimeren
Conditionalis I
- zou sluimeren
- zou sluimeren
- zou sluimeren
- zouden sluimeren
- zouden sluimeren
- zouden sluimeren
Perfectum
- heb gesluimerd
- hebt gesluimerd
- heeft gesluimerd
- hebben gesluimerd
- hebben gesluimerd
- hebben gesluimerd
Voltooid verleden tijd
- had gesluimerd
- had gesluimerd
- had gesluimerd
- hadden gesluimerd
- hadden gesluimerd
- hadden gesluimerd
Toekomende tijd II
- zal gesluimerd hebben
- zult gesluimerd hebben
- zal gesluimerd hebben
- zullen gesluimerd hebben
- zullen gesluimerd hebben
- zullen gesluimerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gesluimerd
- zou hebben gesluimerd
- zou hebben gesluimerd
- zouden hebben gesluimerd
- zouden hebben gesluimerd
- zouden hebben gesluimerd
Imperatief
- -
- sluimer
- -
- -
- sluimert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries