Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
mensen [v]
- sich drängen in
ENGELS
mensen [v]
- pack
- cram
FRANS
mensen [v]
- se presser
- se bousculer
ITALIAANS
SPAANS
mensen [v]
- apiñarse
- llenar
ZWEEDS
PORTUGEES
mensen [v]
- amontoar-se
- apinhar-se
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- samentroepend
- samengetroept
Presens
- troep samen
- troept samen
- troept samen
- troepen samen
- troepen samen
- troepen samen
Imperfect
- troepte samen
- troepte samen
- troepte samen
- troepten samen
- troepten samen
- troepten samen
Toekomende tijd I
- zal samentroepen
- zult samentroepen
- zal samentroepen
- zullen samentroepen
- zullen samentroepen
- zullen samentroepen
Conditionalis I
- zou samentroepen
- zou samentroepen
- zou samentroepen
- zouden samentroepen
- zouden samentroepen
- zouden samentroepen
Perfectum
- ben samengetroept
- bent samengetroept
- is samengetroept
- zijn samengetroept
- zijn samengetroept
- zijn samengetroept
Voltooid verleden tijd
- was samengetroept
- was samengetroept
- was samengetroept
- waren samengetroept
- waren samengetroept
- waren samengetroept
Toekomende tijd II
- zal samengetroept zijn
- zult samengetroept zijn
- zal samengetroept zijn
- zullen samengetroept zijn
- zullen samengetroept zijn
- zullen samengetroept zijn
Conditionalis II
- zou zijn samengetroept
- zou zijn samengetroept
- zou zijn samengetroept
- zouden zijn samengetroept
- zouden zijn samengetroept
- zouden zijn samengetroept
Imperatief
- -
- troep samen
- -
- -
- troept samen
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries