Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
kracht [v]
- vereinigen
samenwerken [v]
- mitarbeiten
- mitwirken
ENGELS
kracht [v]
- join
- combine
samenwerken [v]
- team up
- work together
FRANS
kracht [v]
- unir
- joindre
samenwerken [v]
- collaborer
- participer à
ITALIAANS
kracht [v]
- unire
- combinare
samenwerken [v]
- collaborare
- unire le forze
- mettersi insieme
SPAANS
kracht [v]
- unir
- combinar
samenwerken [v]
- colaborar
- trabajar en conjunto
ZWEEDS
kracht [v]
- förena
samenwerken [v]
- samarbeta
- arbeta ihop
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- samenspannend
- samengespannen
Presens
- span samen
- spant samen
- spant samen
- spannen samen
- spannen samen
- spannen samen
Imperfect
- spande samen
- spande samen
- spande samen
- spanden samen
- spanden samen
- spanden samen
Toekomende tijd I
- zal samenspannen
- zult samenspannen
- zal samenspannen
- zullen samenspannen
- zullen samenspannen
- zullen samenspannen
Conditionalis I
- zou samenspannen
- zou samenspannen
- zou samenspannen
- zouden samenspannen
- zouden samenspannen
- zouden samenspannen
Perfectum
- heb samengespannen
- hebt samengespannen
- heeft samengespannen
- hebben samengespannen
- hebben samengespannen
- hebben samengespannen
Voltooid verleden tijd
- had samengespannen
- had samengespannen
- had samengespannen
- hadden samengespannen
- hadden samengespannen
- hadden samengespannen
Toekomende tijd II
- zal samengespannen hebben
- zult samengespannen hebben
- zal samengespannen hebben
- zullen samengespannen hebben
- zullen samengespannen hebben
- zullen samengespannen hebben
Conditionalis II
- zou hebben samengespannen
- zou hebben samengespannen
- zou hebben samengespannen
- zouden hebben samengespannen
- zouden hebben samengespannen
- zouden hebben samengespannen
Imperatief
- -
- span samen
- -
- -
- spant samen
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries