Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
verblijfplaats [v]
- wohnen
- leben
ENGELS
verblijfplaats [v]
- live
- reside [formal]
- dwell [literature]
FRANS
verblijfplaats [v]
- demeurer
- habiter
- résider
ITALIAANS
verblijfplaats [v]
- vivere
- abitare
- risiedere
- dimorare
SPAANS
verblijfplaats [v]
- vivir
- residir
- habitar
ZWEEDS
verblijfplaats [v]
- bo
- vara bosatt
PORTUGEES
verblijfplaats [v]
- morar
- residir [formal]
- habitar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- residerend
- geresideerd
Presens
- resideer
- resideert
- resideert
- resideren
- resideren
- resideren
Imperfect
- resideerde
- resideerde
- resideerde
- resideerden
- resideerden
- resideerden
Toekomende tijd I
- zal resideren
- zult resideren
- zal resideren
- zullen resideren
- zullen resideren
- zullen resideren
Conditionalis I
- zou resideren
- zou resideren
- zou resideren
- zouden resideren
- zouden resideren
- zouden resideren
Perfectum
- heb geresideerd
- hebt geresideerd
- heeft geresideerd
- hebben geresideerd
- hebben geresideerd
- hebben geresideerd
Voltooid verleden tijd
- had geresideerd
- had geresideerd
- had geresideerd
- hadden geresideerd
- hadden geresideerd
- hadden geresideerd
Toekomende tijd II
- zal geresideerd hebben
- zult geresideerd hebben
- zal geresideerd hebben
- zullen geresideerd hebben
- zullen geresideerd hebben
- zullen geresideerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geresideerd
- zou hebben geresideerd
- zou hebben geresideerd
- zouden hebben geresideerd
- zouden hebben geresideerd
- zouden hebben geresideerd
Imperatief
- -
- resideer
- -
- -
- resideert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries