algemeen [n]
- Ausgabe [f]
- Veröffentlichung [f]
nieuws [n]
- Bekanntmachung [f]
- Bekanntgabe [f]
journalistiek [v]
- herausgeben
- veröffentlichen

algemeen [n]
- publishing
nieuws [n]
- publication
journalistiek [v]
- publish

algemeen [n]
- publication [f]
nieuws [n]
- publication [f]
journalistiek [v]
- publier

algemeen [n]
- pubblicazione [f]
nieuws [n]
- pubblicazione [f]
journalistiek [v]
- pubblicare

algemeen [n]
- publicación [f]
nieuws [n]
- publicación [f]
journalistiek [v]
- publicar

algemeen [n]
- publicering [u]
nieuws [n]
- offentliggörande [n]
journalistiek [v]
- publicera

algemeen [n]
- publicação [f]
nieuws [n]
- publicação [f]
journalistiek [v]
- publicar

openbaar maken [v]
- uitgeven
- verschijnen
afkondigen [v]
- bekendmaken

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- publicerend
- gepubliceerd
Presens
- publiceer
- publiceert
- publiceert
- publiceren
- publiceren
- publiceren
Imperfect
- publiceerde
- publiceerde
- publiceerde
- publiceerden
- publiceerden
- publiceerden
Toekomende tijd I
- zal publiceren
- zult publiceren
- zal publiceren
- zullen publiceren
- zullen publiceren
- zullen publiceren
Conditionalis I
- zou publiceren
- zou publiceren
- zou publiceren
- zouden publiceren
- zouden publiceren
- zouden publiceren
Perfectum
- heb gepubliceerd
- hebt gepubliceerd
- heeft gepubliceerd
- hebben gepubliceerd
- hebben gepubliceerd
- hebben gepubliceerd
Voltooid verleden tijd
- had gepubliceerd
- had gepubliceerd
- had gepubliceerd
- hadden gepubliceerd
- hadden gepubliceerd
- hadden gepubliceerd
Toekomende tijd II
- zal gepubliceerd hebben
- zult gepubliceerd hebben
- zal gepubliceerd hebben
- zullen gepubliceerd hebben
- zullen gepubliceerd hebben
- zullen gepubliceerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben gepubliceerd
- zou hebben gepubliceerd
- zou hebben gepubliceerd
- zouden hebben gepubliceerd
- zouden hebben gepubliceerd
- zouden hebben gepubliceerd
Imperatief
- -
- publiceer
- -
- -
- publiceert
- -