Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
gedrag [v]
- schmollen
ENGELS
gedrag [v]
- pout
- sulk
FRANS
gedrag [v]
- faire la moue
- bouder
ITALIAANS
SPAANS
ZWEEDS
gedrag [v]
- tjura
PORTUGEES
THESAURUS
bokken [v]
- kniezen
- mokken
dreinen [v]
- drenzen
- zeuren
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- pruilend
- gepruild
Presens
- pruil
- pruilt
- pruilt
- pruilen
- pruilen
- pruilen
Imperfect
- pruilde
- pruilde
- pruilde
- pruilden
- pruilden
- pruilden
Toekomende tijd I
- zal pruilen
- zult pruilen
- zal pruilen
- zullen pruilen
- zullen pruilen
- zullen pruilen
Conditionalis I
- zou pruilen
- zou pruilen
- zou pruilen
- zouden pruilen
- zouden pruilen
- zouden pruilen
Perfectum
- heb gepruild
- hebt gepruild
- heeft gepruild
- hebben gepruild
- hebben gepruild
- hebben gepruild
Voltooid verleden tijd
- had gepruild
- had gepruild
- had gepruild
- hadden gepruild
- hadden gepruild
- hadden gepruild
Toekomende tijd II
- zal gepruild hebben
- zult gepruild hebben
- zal gepruild hebben
- zullen gepruild hebben
- zullen gepruild hebben
- zullen gepruild hebben
Conditionalis II
- zou hebben gepruild
- zou hebben gepruild
- zou hebben gepruild
- zouden hebben gepruild
- zouden hebben gepruild
- zouden hebben gepruild
Imperatief
- -
- pruil
- -
- -
- pruilt
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries