Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
tandheelkunde [v]
- plombieren
ENGELS
tandheelkunde [v]
- fill
FRANS
tandheelkunde [v]
- plomber
ITALIAANS
tandheelkunde [v]
- otturare
SPAANS
tandheelkunde [v]
- empastar
ZWEEDS
tandheelkunde [v]
- fylla
- plombera
PORTUGEES
tandheelkunde [v]
- obturar
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- plomberend
- geplombeerd
Presens
- plombeer
- plombeert
- plombeert
- plomberen
- plomberen
- plomberen
Imperfect
- plombeerde
- plombeerde
- plombeerde
- plombeerden
- plombeerden
- plombeerden
Toekomende tijd I
- zal plomberen
- zult plomberen
- zal plomberen
- zullen plomberen
- zullen plomberen
- zullen plomberen
Conditionalis I
- zou plomberen
- zou plomberen
- zou plomberen
- zouden plomberen
- zouden plomberen
- zouden plomberen
Perfectum
- heb geplombeerd
- hebt geplombeerd
- heeft geplombeerd
- hebben geplombeerd
- hebben geplombeerd
- hebben geplombeerd
Voltooid verleden tijd
- had geplombeerd
- had geplombeerd
- had geplombeerd
- hadden geplombeerd
- hadden geplombeerd
- hadden geplombeerd
Toekomende tijd II
- zal geplombeerd hebben
- zult geplombeerd hebben
- zal geplombeerd hebben
- zullen geplombeerd hebben
- zullen geplombeerd hebben
- zullen geplombeerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geplombeerd
- zou hebben geplombeerd
- zou hebben geplombeerd
- zouden hebben geplombeerd
- zouden hebben geplombeerd
- zouden hebben geplombeerd
Imperatief
- -
- plombeer
- -
- -
- plombeert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries