Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
tent [v]
- aufschlagen
constructie [v]
- errichten
ENGELS
tent [v]
- put up
constructie [v]
- erect
FRANS
tent [v]
- dresser
constructie [v]
- ériger
ITALIAANS
tent [v]
- montare
constructie [v]
- erigere
SPAANS
tent [v]
- montar
constructie [v]
- erigir
- levantar
ZWEEDS
tent [v]
- slå upp
constructie [v]
- uppföra
PORTUGEES
tent [v]
- montar
constructie [v]
- erguer
THESAURUS
zich begeven [v]
accelereren [v]
opmarcheren [v]
- oprukken
zorgen voor [v]
omhoogstijgen [v]
omhoogtrekken [v]
bouwen [v]
- opbouwen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- optrekkend
- opgetrokken
Presens
- trek op
- trekt op
- trekt op
- trekken op
- trekken op
- trekken op
Imperfect
- trok op
- trok op
- trok op
- trokken op
- trokken op
- trokken op
Toekomende tijd I
- zal optrekken
- zult optrekken
- zal optrekken
- zullen optrekken
- zullen optrekken
- zullen optrekken
Conditionalis I
- zou optrekken
- zou optrekken
- zou optrekken
- zouden optrekken
- zouden optrekken
- zouden optrekken
Perfectum
- heb opgetrokken
- hebt opgetrokken
- heeft opgetrokken
- hebben opgetrokken
- hebben opgetrokken
- hebben opgetrokken
Voltooid verleden tijd
- had opgetrokken
- had opgetrokken
- had opgetrokken
- hadden opgetrokken
- hadden opgetrokken
- hadden opgetrokken
Toekomende tijd II
- zal opgetrokken hebben
- zult opgetrokken hebben
- zal opgetrokken hebben
- zullen opgetrokken hebben
- zullen opgetrokken hebben
- zullen opgetrokken hebben
Conditionalis II
- zou hebben opgetrokken
- zou hebben opgetrokken
- zou hebben opgetrokken
- zouden hebben opgetrokken
- zouden hebben opgetrokken
- zouden hebben opgetrokken
Imperatief
- -
- trek op
- -
- -
- trekt op
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries