Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
voedsel [v]
- engullir
- zamparse
ZWEEDS
PORTUGEES
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- opschrokkend
- opgeschrokt
Presens
- schrok op
- schrokt op
- schrokt op
- schrokken op
- schrokken op
- schrokken op
Imperfect
- schrokte op
- schrokte op
- schrokte op
- schrokten op
- schrokten op
- schrokten op
Toekomende tijd I
- zal opschrokken
- zult opschrokken
- zal opschrokken
- zullen opschrokken
- zullen opschrokken
- zullen opschrokken
Conditionalis I
- zou opschrokken
- zou opschrokken
- zou opschrokken
- zouden opschrokken
- zouden opschrokken
- zouden opschrokken
Perfectum
- heb opgeschrokt
- hebt opgeschrokt
- heeft opgeschrokt
- hebben opgeschrokt
- hebben opgeschrokt
- hebben opgeschrokt
Voltooid verleden tijd
- had opgeschrokt
- had opgeschrokt
- had opgeschrokt
- hadden opgeschrokt
- hadden opgeschrokt
- hadden opgeschrokt
Toekomende tijd II
- zal opgeschrokt hebben
- zult opgeschrokt hebben
- zal opgeschrokt hebben
- zullen opgeschrokt hebben
- zullen opgeschrokt hebben
- zullen opgeschrokt hebben
Conditionalis II
- zou hebben opgeschrokt
- zou hebben opgeschrokt
- zou hebben opgeschrokt
- zouden hebben opgeschrokt
- zouden hebben opgeschrokt
- zouden hebben opgeschrokt
Imperatief
- -
- schrok op
- -
- -
- schrokt op
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries