Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
afkeuring [v]
- bestreiten
ENGELS
afkeuring [v]
- oppose
FRANS
afkeuring [v]
- s'opposer à
ITALIAANS
afkeuring [v]
- opporsi a
SPAANS
afkeuring [v]
- oponerse a
ZWEEDS
PORTUGEES
afkeuring [v]
- opor-se
THESAURUS
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- opponerend
- geöpponeerd
Presens
- opponeer
- opponeert
- opponeert
- opponeren
- opponeren
- opponeren
Imperfect
- opponeerde
- opponeerde
- opponeerde
- opponeerden
- opponeerden
- opponeerden
Toekomende tijd I
- zal opponeren
- zult opponeren
- zal opponeren
- zullen opponeren
- zullen opponeren
- zullen opponeren
Conditionalis I
- zou opponeren
- zou opponeren
- zou opponeren
- zouden opponeren
- zouden opponeren
- zouden opponeren
Perfectum
- heb geöpponeerd
- hebt geöpponeerd
- heeft geöpponeerd
- hebben geöpponeerd
- hebben geöpponeerd
- hebben geöpponeerd
Voltooid verleden tijd
- had geöpponeerd
- had geöpponeerd
- had geöpponeerd
- hadden geöpponeerd
- hadden geöpponeerd
- hadden geöpponeerd
Toekomende tijd II
- zal geöpponeerd hebben
- zult geöpponeerd hebben
- zal geöpponeerd hebben
- zullen geöpponeerd hebben
- zullen geöpponeerd hebben
- zullen geöpponeerd hebben
Conditionalis II
- zou hebben geöpponeerd
- zou hebben geöpponeerd
- zou hebben geöpponeerd
- zouden hebben geöpponeerd
- zouden hebben geöpponeerd
- zouden hebben geöpponeerd
Imperatief
- -
- opponeer
- -
- -
- opponeert
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries