Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
persoon [v]
- erwachsen
ENGELS
persoon [v]
- grow up
FRANS
persoon [v]
- grandir
- se développer
ITALIAANS
persoon [v]
- crescere
SPAANS
persoon [v]
- crecer
ZWEEDS
persoon [v]
- växa upp
PORTUGEES
persoon [v]
- crescer
THESAURUS
groeien [v]
- groot worden
uitgroeien [v]
- ontwikkelen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- opgroeiend
- opgegroeid
Presens
- groei op
- groeit op
- groeit op
- groeien op
- groeien op
- groeien op
Imperfect
- groeide op
- groeide op
- groeide op
- groeiden op
- groeiden op
- groeiden op
Toekomende tijd I
- zal opgroeien
- zult opgroeien
- zal opgroeien
- zullen opgroeien
- zullen opgroeien
- zullen opgroeien
Conditionalis I
- zou opgroeien
- zou opgroeien
- zou opgroeien
- zouden opgroeien
- zouden opgroeien
- zouden opgroeien
Perfectum
- ben opgegroeid
- bent opgegroeid
- is opgegroeid
- zijn opgegroeid
- zijn opgegroeid
- zijn opgegroeid
Voltooid verleden tijd
- was opgegroeid
- was opgegroeid
- was opgegroeid
- waren opgegroeid
- waren opgegroeid
- waren opgegroeid
Toekomende tijd II
- zal opgegroeid zijn
- zult opgegroeid zijn
- zal opgegroeid zijn
- zullen opgegroeid zijn
- zullen opgegroeid zijn
- zullen opgegroeid zijn
Conditionalis II
- zou zijn opgegroeid
- zou zijn opgegroeid
- zou zijn opgegroeid
- zouden zijn opgegroeid
- zouden zijn opgegroeid
- zouden zijn opgegroeid
Imperatief
- -
- groei op
- -
- -
- groeit op
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries