cheque [v]
- indossieren
- unterschreiben
verzekering [v]
- unterzeichnen
document [v]
- unterzeichnen

cheque [v]
- endorse
- sign over
verzekering [v]
- underwrite
document [v]
- sign

cheque [v]
- endosser
- signer
verzekering [v]
- souscrire
document [v]
- signer

cheque [v]
- girare
verzekering [v]
- sottoscrivere
document [v]
- firmare

cheque [v]
- endosar
verzekering [v]
- suscribir
document [v]
- firmar

cheque [v]
- endossera
- skriva på
verzekering [v]
- teckna
document [v]
- underteckna

cheque [v]
- endossar
verzekering [v]
- segurar
document [v]
- assinar

bekrachtigen [v]
- paraferen
- signeren
- tekenen

Tegenwoordig en verleden deelwoord
- ondertekenend
- ondertekend
Presens
- onderteken
- ondertekent
- ondertekent
- ondertekenen
- ondertekenen
- ondertekenen
Imperfect
- ondertekende
- ondertekende
- ondertekende
- ondertekenden
- ondertekenden
- ondertekenden
Toekomende tijd I
- zal ondertekenen
- zult ondertekenen
- zal ondertekenen
- zullen ondertekenen
- zullen ondertekenen
- zullen ondertekenen
Conditionalis I
- zou ondertekenen
- zou ondertekenen
- zou ondertekenen
- zouden ondertekenen
- zouden ondertekenen
- zouden ondertekenen
Perfectum
- heb ondertekend
- hebt ondertekend
- heeft ondertekend
- hebben ondertekend
- hebben ondertekend
- hebben ondertekend
Voltooid verleden tijd
- had ondertekend
- had ondertekend
- had ondertekend
- hadden ondertekend
- hadden ondertekend
- hadden ondertekend
Toekomende tijd II
- zal ondertekend hebben
- zult ondertekend hebben
- zal ondertekend hebben
- zullen ondertekend hebben
- zullen ondertekend hebben
- zullen ondertekend hebben
Conditionalis II
- zou hebben ondertekend
- zou hebben ondertekend
- zou hebben ondertekend
- zouden hebben ondertekend
- zouden hebben ondertekend
- zouden hebben ondertekend
Imperatief
- -
- onderteken
- -
- -
- ondertekent
- -