Download Free PDF- Traveldictionaries

- usable on android, iphone, smartphone, pc, apple, linux, tablet, usb ...

DUITS
ENGELS
richting [v]
- look down
FRANS
ITALIAANS
SPAANS
richting [v]
- mirar hacia abajo
ZWEEDS
richting [v]
- se ned
- titta ned
PORTUGEES
richting [v]
- olhar para baixo
THESAURUS
minachten [v]
- neerkijken
- smalen
WERKWOORD
Tegenwoordig en verleden deelwoord
- neerziend
- neergezien
Presens
- zie neer
- ziet neer
- ziet neer
- zien neer
- zien neer
- zien neer
Imperfect
- zag neer
- zag neer
- zag neer
- zagen neer
- zagen neer
- zagen neer
Toekomende tijd I
- zal neerzien
- zult neerzien
- zal neerzien
- zullen neerzien
- zullen neerzien
- zullen neerzien
Conditionalis I
- zou neerzien
- zou neerzien
- zou neerzien
- zouden neerzien
- zouden neerzien
- zouden neerzien
Perfectum
- heb neergezien
- hebt neergezien
- heeft neergezien
- hebben neergezien
- hebben neergezien
- hebben neergezien
Voltooid verleden tijd
- had neergezien
- had neergezien
- had neergezien
- hadden neergezien
- hadden neergezien
- hadden neergezien
Toekomende tijd II
- zal neergezien hebben
- zult neergezien hebben
- zal neergezien hebben
- zullen neergezien hebben
- zullen neergezien hebben
- zullen neergezien hebben
Conditionalis II
- zou hebben neergezien
- zou hebben neergezien
- zou hebben neergezien
- zouden hebben neergezien
- zouden hebben neergezien
- zouden hebben neergezien
Imperatief
- -
- zie neer
- -
- -
- ziet neer
- -
Impressum          Home           Multilingual Databases             PDF-Dictionaries